
Jurisprudentie
BE9910
Datum uitspraak2008-09-04
Datum gepubliceerd2008-09-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers131771/KG ZA 08-320
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-09-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers131771/KG ZA 08-320
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Televisienetwerk, klantenwerving, uitzendcontract, commercials, kijkdichtheid, dekkingsgebied, dwaling, mededeling, spreekplicht, vernietiging.
Uitspraak
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak: 4 september 2008
Zaaknummer : 131771 / KG ZA 08-320
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid REGIONAAL TELEVISIE NETWERK LIMBURG B.V.,
gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,
eiseres,
advocaat mr. D.D.J.M. Gulpers;
tegen:
W.F.P. OLISCHLAGER handelend onder de naam R&W Slaapcomfort,
wonende te Wittem, gemeente Gulpen-Wittem,
gedaagde,
geen advocaat gesteld hebbende.
1.Het verloop van de procedure
Eiseres heeft gedaagde bij exploot van 23 juli 2008, gedagvaard in kort geding. Aan de dagvaarding zijn 4 producties gehecht. Op de dienende dag, 21 augustus 2008, heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij haar vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties nader heeft doen toelichten.
Gedaagde heeft aan de hand van een schriftelijk stuk verweer gevoerd.
Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.
Ten slotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2.Het geschil
Het geschil kan, voor zover van belang kort samengevat, als volgt worden weergegeven.
2.1. Eiseres heeft op of omstreeks 15 augustus 2007 met gedaagde een uitzendcontract gesloten. Gedaagde heeft een aantal betalingen, die hij uit hoofde van de uitzendovereenkomst verschuldigd was, ook na herhaaldelijk daartoe te zijn gesommeerd, niet voldaan, waardoor eiseres inmiddels een vordering op hem heeft van
€ 11.573,84 exclusief rente. Eiseres heeft zich derhalve genoodzaakt gezien gedaagde in rechte te betrekken.
2.2. Gedaagde voert gemotiveerd verweer, dit verweer is door gedaagde op schrift gesteld, ter zitting overgelegd en toegevoegd aan de gedingstukken. Op dit verweer zal, voor zover relevant, bij de beoordeling worden ingegaan.
3.De beoordeling
3.1. Het betreft een geldvordering in kort geding. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is slechts dan aanleiding, als het bestaan en de omvang van de vordering waarschijnlijk of voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling –bij afweging van de belangen van partijen- aan toewijzing niet in de weg staat.
3.2. Het bestaan van de (rest) vordering wordt door gedaagde betwist. Het verweer van gedaagde kan worden gekwalificeerd als een beroep op dwaling in de zin van afwezigheid van een juiste voorstelling van zaken. Zonder de dwaling zou volgens gedaagde de overeenkomst niet gesloten zijn, terwijl de dwaling volgens gedaagde, tenminste zo verstaat de voorzieningenrechter zijn verweer, te wijten is aan foutieve mededelingen van eiseres en schending van haar spreekplicht. Eiseres heeft hem ten tijde van de contractsluiting medegedeeld dat de kijkdichtheid 30% was, terwijl hij er later achter is gekomen dat de kijkdichtheid van haar televisienetwerk slechts 18% blijkt te zijn. Daarnaast had eiseres hem moeten vertellen dat digitale televisiekijkers de commercials op de kabel niet, dan wel zeer moeilijk, kunnen ontvangen.
3.2.1. Eiseres stelt zich tegenover dit beroep op dwaling op het standpunt dat gedaagde tijdens al de gesprekken die zij met hem heeft gevoerd over door haar voorgestelde betalingsregelingen nooit over deze dwaling heeft gesproken, waarmee dit beroep op dwaling volgens eiseres ongeloofwaardig is. Gedaagde zou volgens eiseres alleen gesproken hebben over zijn onvermogen om te voldoen aan zijn betalingsverplichtingen. Bovendien is het volgens eiseres helemaal niet waar dat digitale televisiekijkers haar commercials niet kunnen ontvangen. Digitale televisiekijkers kunnen volgens eiseres eenvoudig overschakelen op de kabel door het simpelweg omschakelen van een knopje.
3.2.2. Gedaagde ontkent ten stelligste dat hij nooit over zijn dwaling zou hebben gesproken. Gedaagde heeft bij het aangaan van de overeenkomst specifiek gevraagd of eiseres door iedereen is te ontvangen, het antwoord van de vertegenwoordigster van eiseres was daarop: “ja”. Van het begin af aan vond hij het vreemd dat hij geen enkele reactie ontving op de commercials, reden waarom hij argwaan kreeg en eiseres verzocht heeft het tweede deel van de commercials uit te stellen tot augustus 2008. Gedaagde stelt dat hij een getuige heeft die dit kan bevestigen. Hij heeft immers herhaaldelijk een adviseur meegenomen naar de gesprekken met eiseres. Nu 90% van zijn klanten de door eiseres uitgezonden commercials niet kunnen ontvangen, omdat het omschakelen van digitaal naar kabel onmogelijk is heeft eiseres haar spreekplicht geschonden. De foutieve mededelingen van eiseres zijn erin gelegen dat de kijkdichtheid niet 30% maar slechts 18% blijkt te zijn.
3.3. Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is voorshands voldoende aannemelijk geworden dat eiseres in het kader van klantenwerving het dekkingsgebied en de kijkdichtheid als belangrijke aspecten onder de aandacht van de aspirant klanten brengt, en dat zij, zoals zij ter zitting zelf heeft bevestigd, vanuit dat oogpunt voorafgaand aan de contractsluiting aan gedaagde de mededeling heeft gedaan dat het dekkingsgebied regio heuvelland (in het contract omcirkeld als 2) en Sittard-Geleen (in het contract omcirkeld als 4) omvat en dat haar kijkdichtheid 30% bedraagt.
Gedaagde beweert dat hij via een niet nader te noemen reclamebureau er achter is gekomen dat eiseres 45 % minder dekking heeft dan bijvoorbeeld L1 en dat de kijkdichtheid van eiseres niet 30% is, maar 18% bedraagt.
3.3.1. De vraag rijst of gedaagde op goede gronden een beroep op gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst heeft gedaan. Het antwoord op die vraag is gelet op de hierboven weergegeven discussie in kort geding niet te geven. Nader onderzoek naar feiten en omstandigheden is daartoe vereist en daarvoor is in kort geding geen plaats. Daarmee zijn de vorderingen van eiseres vooralsnog onvoldoende aannemelijk reden waarom zij in kort geding dienen te worden afgewezen.
3.4. Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4.De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst de gevorderde voorzieningen af;
veroordeelt eiseres in de proceskosten tot aan dit vonnis gerezen en aan de zijde van gedaagde begroot op € 254,-- aan vast recht en € 816,-- voor salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr.J.J.Ph. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
EvdP